Heb jij ook het idee dat je waarschijnlijk niet zoveel aanleg zal hebben voor de piano, omdat je
niet van die mooie elegante lange vingers hebt? Maar van die korte dikke stompjes?
Misschien was je een liefhebster van de Bouquet reeks, waar als een personage pianist was die met
zijn geoefende vingers en zijn capaciteit om emoties “waar geen woorden voor zijn” uit te drukken
al snel het summum van sensuele romantiek leek te zijn
(“Thomas was gevat, slim en in gedachten
voelde ik zijn prachtige handen, met pianistenvingers, al over mijn lichaam glijden.”). Of ben je een
man en sta je in een gedegen traditie, waar de vrouw het voortouw neemt om een “homemaker” te
zijn en beschouw je een pianospelende vrouw als het summum van ”vrouwelijke deugden”: Verfijnd,
zachtmoedig, bescheiden en huiselijk. Zoals haar vingers..
De vroegere pianomethodieken waarbij eindeloos vingeroefeningen en etudes (“Schule der
Fingerfertigkeit”) werden gedaan om ze sterker en onafhankelijker te maken zal daar ook aan
hebben bijgedragen. Men verzon er zelfs machientjes voor om vingers te trainen, zoals de
Dactylion.
Er bestaat een verhaal dat Schumann door een soortgelijk apparaat zo
geblesseerd raakte, dat hij zich maar volledig op het muziek schrijven richtte1. Maar zoals
een criticus eens opmerkte, een volledige focus op de vingers is hetzelfde als een hardloper die zich
alleen maar richt op zijn voeten.
Laten we wel zijn; de menselijke hand is niet gebouwd op piano spelen, dus je verkeert een goed
gezelschap. Het is gebouwd om te grijpen; de duim staat tegenover wijs- en middelvinger. De
ringvinger en pink hangen er maar een beetje bij en geven alleen wat stabiliteit bij het
grijpen. De duim is niet alleen de lompste van de vijf, je kunt op de piano alleen de zijkant
gebruiken. De vier vingers hebben allemaal een verschillende lengte; je moet ze al krommen om ze
op het klavier te kunnen zetten. Chopin beschouwde daarom de toonladder die alle zwarte toetsen
gebruikt( B) als de meest natuurlijke voor de hand. Bovendien zijn qua bouw ringvinger en pink een
stuk zwakker dan wijs en middelvinger. Ze delen ook een pees, waardoor ze minder onafhankelijk
zijn. Nee, als het om de vingers gaat dan hebben we allemaal niet zoveel aanleg voor de piano. Hoe
kun je nu met zo’n handicap regelmatig spelen?
Het antwoord is ‘met armgewicht’. Je kunt het fysieke gewicht van je arm volledig in je schouder
dragen. Met een gebogen elleboog werkt het als een soort kraan en kan je je hand verplaatsen naar
ieder plek op het klavier. Maar je kan het gewicht ook overbrengen op een vinger die daardoor een
toets indrukt. Zonder extra vingeractie kan je het gewicht van vinger naar vinger verplaatsen, zoals
een eend z’n gewicht van de ene poot naar de andere waggelt. Om te voorkomen dat de pols
verstijft houden we hem in beweging en draaien we rondjes. Als de beweging van pink richting
duim gaat is de pols hoog; van duim richting pink juist laag.
Nee, wij pianisten zijn erg vóór diversiteit. Pianistenvingers zijn er in alle soorten en
maten. Kleine handen (Alicia de Larrocha), grote handen (Rachmaninoff), korte vingers
(Rubinstein). Net zoals mensen…